Taalgebruik

29 januari 2024

Voordat het kindcentrum in fysieke vorm bestond en we bespraken wat belangrijk was voor De Binck, werd ons duidelijk dat de taal die we met elkaar spreken bepalend is voor de cultuur en de sfeer die er heerst. Taal kent veel verschillende aspecten en vormen.

Voor de kinderen zijn de woorden die worden gebruikt, de vragen die worden gesteld en de antwoorden die worden gegeven belangrijke signalen over hoe er naar ze gekeken en geluisterd wordt.

Voor de medewerkers is taal een van de belangrijkste gereedschappen. De woorden die we gebruiken, de toon waarop we praten en onze non-verbale taal geven de kinderen boodschappen over hoe we naar ze kijken. Taal kan bevestigen en ontkrachten. We proberen taal zo in te zetten dat het kansen tot leren creëert.

De keuze om onze taal bewust en betekenisvol in te zetten komt vanuit onze wens om de kinderen de vaardigheden en strategieën aan te leren om hun eigen leren te initiëren en leiden. Het komt voort uit het beeld dat we kinderen over zichzelf gunnen, die van een competente en krachtige lerende.

Dat betekent ook dat we niet altijd de kinderen zullen redden in hun strubbelingen. Wanneer een kind zijn jas nog niet kan dichtritsen of wanneer het dak van hun bouwwerk instort, kan een pauze in onze reactie en een bewust gekozen antwoord de kinderen helpen in het zelf bedenken van een passende strategie om tot een oplossing te komen. “Zal ik je helpen met het dichtritsen van je jas?” kan een snelle oplossing zijn voor het probleem van het kind, maar helpt het kind niet verder bij een volgende keer dat de jas niet dicht wil.

We proberen in onze woorden het beeld van het kind als een actieve probleemoplosser over te brengen.

‘Ik zie dat je vastloopt. Wat ga je nu proberen om dit op te lossen?’

‘Ik zie dat je het niet opgeeft. Je zet door en probeert verschillende manieren om dit op te lossen.’

Iedereen vindt een compliment fijn, het geeft ons een goed gevoel. Het gevaar ligt echter op de loer dat we een afhankelijkheid van complimenten ontwikkelen, als een soort beloningssysteem. Kinderen raken dan afhankelijk van de goedkeuring van een volwassene. Ze zien de waarde van hun leren dan enkel wanneer een volwassene er goedkeuring aan geeft en niet voor de intrinsieke waarde die het kan brengen. Op die manier wordt er tijd verspilt aan het zoeken van erkenning terwijl ze ook verder zouden kunnen ontdekken en onderzoeken.

‘Ben jij tevreden?’

We streven ernaar om met onze woorden en acties de kinderen te laten merken dat het proces van leren zelf al waardevol genoeg is met alle uitdagingen en worstelingen die het oplevert. Kinderen zouden hun eigen terugblik en gevoel van voldoening belangrijk genoeg moeten vinden.

De taal die we gebruiken laten kinderen merken dat zij degene zijn die dingen kunnen leren en bereiken. Zij kunnen het doen. Zij hebben zelfbeschikking. Dus, de volgende keer dat jouw kind je iets laat zien dat ze hebben ontdekt, onderzocht of gemaakt, zeg dan niet ‘mooi, leuk of ik vind het geweldig’, maar probeer eens van de volgende mogelijkheden:

‘Vertel me er eens wat meer over?’

‘Ik zie dat je….’

‘Je ziet er trots uit. Ben je dat? En waar ben je trots op?’

‘Ik ben heel nieuwsgierig. Hoe heb je dat gedaan?’

‘Wat was het lastigste of makkelijkste onderdeel?’

‘Kan je mij laten zien hoe je dat gemaakt hebt?’

‘Hmm…ik ben benieuwd wat je nu zult bedenken of maken.’

‘Het is je gelukt!’

‘Ooh, wat heb je daarvan geleerd?’

‘Hoe ben je op dit idee gekomen?’

 

Wat was de reactie van het kind toen je dit probeerde? Wij zijn benieuwd, laat het ons weten!

 

Deze blog is geschreven naar aanleiding van de bespreking van het boek ‘A culture of agency; fostering, engagement, empowerment, identity, and belonging in the early years’, Lisa Burman [2023]. De tekst is een vrije interpretatie van het boek.

 

Lees ook onze andere blogs

Begrijpen met je handen

Begrijpen met je handen

In domein 1 en 2 op Kindcentrum de Binck nemen materialen een belangrijke plek in. Werken met materialen roept veel vragen op die de domeinmederwerkers met elkaar onderzoeken: Wat is geschikt materiaal? Hoe zet je dit in? Hoe begeleid je kinderen hierbij? Hoe gebruik je de materialen duurzaam en houd je de kosten beheersbaar? Hoe richt je een atelier in? Tijdens de 2 daagse workshop “Begrijpen met je handen” van Atelier in een koffer, zijn wij weer een beetje verder gekomen in dit nooit stoppende onderzoeksproces.

Lees meer
Burgerschap

Burgerschap

Onderwijs voor (wereld)burgerschap, is onderwijs bestendig voor de toekomst. Het kindcentrum zet een curriculum neer dat ruimdenkend is, intercultureel begrip heeft, en comfort met pluraliteit en complexiteit in onze geglobaliseerde wereld ontwikkelt. Zodat onze leerlingen bewust kiezen om een goede (wereld)burger te worden.

Lees meer
Zorgzaam zijn

Zorgzaam zijn

Op dit moment onderzoeken de kinderen van domein 2 het zorgzaam zijn. Ze vragen zich af: Hoe zorgen we voor de dieren buiten? Hoe zorgen we voor de dieren binnen? Hoe zijn we zorgzaam voor elkaar? Hoe zorgen we voor onze omgeving?

Lees meer
Vieringen

Vieringen

Er zijn zo veel vieringen en tradities in de wereld – meer dan 1 persoon in een heel leven kan ervaren. In het kindcentrum vieren we jaarlijks een aantal momenten met elkaar. Het begin van het schooljaar, sinterklaas, lichtjesfeest, lentefeest, het einde van het schooljaar. Daarnaast vindt het kindcentrum het ook belangrijk dat kinderen leren over feesten die leven in de groep of samenleving.

Lees meer
‘Luisteren is een tijd van lange pauzes.’ (Reggio Children, 2001)

‘Luisteren is een tijd van lange pauzes.’ (Reggio Children, 2001)

Het doel van assessment volgens de IB is om leren en lesgeven te informeren. Het gaat om het verzamelen en analyseren van informatie over het leren van leerlingen om de onderwijspraktijk te informeren. Het identificeert wat leerlingen weten, begrijpen en kunnen in verschillende stadia van het leerproces (IBO, 2018).

Dit heeft mij laten inzien dat assessment een doorgaand proces is, van het kind, maar ook van mij als professional, door goed te luisteren naar het kind, de vragen die deze (impliciet) stelt en wat het kind mij vertelt, kan ik mijn onderwijs verder plannen en ontwikkelen.

Lees meer
Een dag in domein 1 (0-4 jaar)

Een dag in domein 1 (0-4 jaar)

We hebben de ruimte om twee groepen van twaalf kinderen (KDV) te ontvangen. De kinderen in dit domein zijn gebaat bij een goed doordacht dagritme met duidelijke regels, routines en verwachtingen vanuit de medewerkers. Zo creëren we een voorspelbare en veilige omgeving. Lees hier hoe we dit vormgeven.

Lees meer
Een dag op De Binck (4-12 jaar)

Een dag op De Binck (4-12 jaar)

Domein 2 tot en met 5 zitten samen in één grote ruimte, het domein. Dit vraagt om duidelijke structuur, regels en routines van domeinmedewerkers om onze kinderen vrijheid te kunnen geven. De structuur bieden we onder andere door middel van een dagritme.

Lees meer
Het leerprofiel en het boek

Het leerprofiel en het boek

Met deze 10 karakterkenmerken word je een echte wereldburger, neem je actief deel aan de samenleving en heb je respect voor jezelf, anderen en de wereld om je heen. Daarnaast zijn dit kenmerken die de rest van je leven van belang zullen zijn en die stimuleren tot een leven lang leren. Deze karakterkenmerken zijn ook terug te vinden in verhalen.

Lees meer
Taalvriendelijkheid

Taalvriendelijkheid

Een leergemeenschap wordt gevormd door de identiteit van iedereen die er onderdeel van uitmaakt. De verschillende talen vanuit huis en de omgeving maken hier een belangrijk onderdeel van. Op De Binck erkennen en vieren we deze talen als een verrijking van onze omgeving. Dit doen we onder andere door deze zichtbaar te maken. In dit blog lees je over een van de manieren waarop we dit doen.

Lees meer